Woestijnzand gedoopt


Sign: Julian de Aldrey

Playa Kanoa zag vele creatieve geesten op zaterdag 10-11-12. Woestijnzand werd officieel op eigen grond gepresenteerd en dat deden we op de Noordkant. In niemandsland, in allesland, in iedereenland. In het land van Janchi en Eleonora met op de achtergrond die derde hoofdrolspeler uit het verhaal Schelpenvlees dat in de bundel staat: de blauwe dame oftwel de zee.

Roland Colastica en Laura Quast namen ons mee in het verhaal. Intens, prachtig, hard, zacht… ik zat op het puntje van mijn stoel en ik vroeg me af: Heb ik dat geschreven? En meer nog om deze twee beroepscreativelingen die ik heel dicht onder mijn hart met me meedraag dit te zien doen. Werken met elkaars werk… en eraan toevoegen, het naar een hogere dimensie tillen door er een stuk van henzelf in te leggen. Wat een connectie bracht dat teweeg. Met ons allemaal die er waren.

Jeroen heuvel was er en ook hij voegde toe. Samen met Jelleke en Rianne. Aan de orde de’persoon’van waaruit een schrijver schrijft. Mijn proloog ‘Gesprek, gevonden op straat’ werd gebracht door twee vrouwen. Ik schreef hetvanuit het perspectief van een man en verplaatste me vanuit mijn vrouwelijke genen in de in de huid van niet een maar twee mannen. Een neger en een makamba. Met elkaar in gesprek over de kleur van diezelfde huid. Uitgevoerd door twee vrouwen die hetzelfde deden als ik, namelijk in de huid van een man kruipen, liet deze dialoog zien hoe ‘anders’ dat kan zijn en vooral ook hoeveel concepten wij in ons hoofd bewaren ten aanzien van wat nu mannelijk is en wat niet. Of vrouwelijk. De manier waarop Rianne, Jelleke en Jeroen dit stuk brachten brak door de grenzen van de kaders in mijn hoofd. En brachten me het besef opnieuw en opnieuw hoeveel creatieve ruimte er is om in te bewegen en daarmee te groeien.

Een gegeven dat ook door, met en in Lisa Dindial naar voren kwam. Lisa, die de presentatie aan elkaar vlocht en dat deed alsof ze met een microfoon in haar hand geboren is. Grappend, grollend en steken onderwater uitdelend. Ik keek naar haar, ex-gezaghebber en directeur van de Chata, en ik voelde het verhalend talent dat in haar ligt.  Ex-minister Hensley Koeiman van de MAN was ook onder ons. Lisa nam direct de praktijk van alledag mee in haar presentatie. Improvisatie a la minute met het slopende informatieproces dat nog niet tot een regering heeft geleid bij ons als insteek. ,,U zit lekker daar he, in het midden. Of zit u toch iets meer naar rechts? Of is het links misschien.” In mij borrelde een stoute gedachte op. Ik zag Lisa op de buhne staan… helemaal los met stand-up comedy of een one-womanshow.  So much room to grow.

Een gegeven dat ook door mijn oudste Jesse en zijn ‘brother from another mother’ Kevin naar voren werd gebracht. Gewoon op een podium gaan zitten, een microfoon in je hand en een gitaarbuddy naast je. Even ademhalen en spelen. Looking through the glass- Stone Sour

En dan was er Michelle Russel-Capriles van het Prins Bernhard Cultuurfonds voor het Caribisch Gebied. Ik kon de presentatie in Nederland bijwonen dankzij een financiele bijdrage van het fonds. Goed dat ze er was. Goed ook dat zij aangaf dat er nog altijd en nog steeds geld is voor kunst. All we have to do is come up with a good plan and ask! Ik was heel blij met haar aanwezigheid bij deze presentatie. Vaak, te vaak is er te weinig tijd om echt even stil te staan bij elkaar en hoe we met wat we doen met elkaar verbonden zijn. Er gebeuren hele mooie dingen wanneer een ieder, op z’n afzonderlijke terrein werkzaam,  de weg naar een samenspel vinden kan. Dan wordt hetgene waar aan bijgedragen is van allemaal. En zo voelde het voor mij. In een zekere zin is Woestijnzand een middel. Om al deze mensen bij elkaar te zien en te delen in de ervaring die alleen maar tot stand kon komen dankzij al die kleine en grote bijdragen.

Zoals de brassband van Mayron Maduro, voor mij vanuit het niets, aanhaakte en ik plots de voor mij overbekende klanken van geroffel op emmers en blik hoorde. Mayron liet mijn hart springen van plezier en verbazing. De jongeman die zo hard werkt voor zijn ‘kinderen’ en die me ‘juffrouw’ noemt was erbij op Kanoa. Nam ‘zijn kinderen’ mee naar een plek die velen van hen nog nooit echt bezocht hadden. En weer was het daar: een ervaring die mooier wordt omdat er iets van de ander aan wordt toegevoegd.

Mijn lieve vriend en openhartdrager pater Toine Frehe was er ook. Bijzonder want in Nederland was hij er ook bij. Er waren drie mensen die een tweede presentatie van Woestijnzand bijwoonden. Een paar woorden wilde hij kwijt. Toine die jarenlang op Curacao woonde en werkte heeft ons land, en zijn land, diep in zich opgeslagen. Toine die vanwege het ophouden van de katholieke missie in onze regio met zijn Orde van Dominicanen terug naar Nederland ging. Na een leven op Curacao te hebben geleefd en gewerkt. Hij sprak ons toe in het Papiamentu, de taal van zijn hart. Woorden van eenheid, liefde en verbondenheid. Hij had het boek al gelezen en refereerde aan bijna alle personages in de verhalen. ,,Voorbij oordelen geschreven vanuit een liefde voor de mens. Je gaat van hen allemaal houden. Van Irina, Fredo, Janchi en Eleonora, van allemaal.’ Ik was er stil van.

Het moment van dopen was aangebroken. Aanvankelijk dacht ik ‘iets’ met de zee te doen. Een dag voor de presentatie bedacht ik me. Het voelde niet goed. Op een of andere manier niet helemaal passend. Maar wat dan? Ik reed rond in mijn pick-up, bezig met het bedenken van hoe of wat. Mijn boek naast me op de bank. Ik stond voor een stoplicht en keek, werktuigelijk, naar het boek naast  me. En toen moest ik ineens heel erg hard lachen. ‘Sabi Punda’ riep ik. ‘Het staat op de kaft. Woestijnzand, met woestijnzand moet je het dopen.’

Mijn jongste Merijn en madrina (peetmoeder) van het boek Lusette Verboom -zij bracht het creatief talent van Iren Nooren en dat van mij samen. Iren gaf me de ruimte in Cpost… en de rest in geschiedenis- volbrachten de ‘droogdoop’ van het boek. Met een stralende glimlach. Joy en love kreeg dat boek over zich uitgestort. Wat een ontvangst!

En dat playa Kanoa een vergeten toverachtige aantrekkingskracht heeft werd bewezen door de verwonderd verraste beleving van vele mensen die er in geen jaren waren geweest. Sommigen nog nooit. Schrijver Hans Vaders die net zijn boek Terug tot Tovar presenteerde omschreef het hele gebeuren alsvolgt:

‘Ik was zeer onder de indruk van je presentatie gisteren en met mij vele anderen. Ook een indrukwekkende ambiance, een culturele mix zoals die Curaçao toebehoort, bij een tersluiks ondergaande zon met een vissersbootje in de verte op een woelige zee met wat witte schuimkopjes, Dindial en woestijnzand te over, een talentvolle jonge zanger met een tekst die ik nog niet ken maar wil kennen, dreigende duistere regenwolken, zware druppels, een juiste en attente catering (Roy ging zelf met de kleine loempia’s en voortreffelijke sambal langs) en last but not least de ietwat verlate fiere flower power vrouw zelf in haar met bloemen opgepimpte pick-up. ‘Opmerkelijk’, zouden Brede Kristensen en Ramón Romero de las Rosas zeggen.
Enige tijd geleden, moet ik je bekennen, had ik nog tegenover vrienden met enig scepticisme verklaard, ‘Playa Kanoa daar komt toch niemand behalve voor wat nostalgische foto’s bij dat boze biervrouwtje?’


Echt niet.

In de krant p04