Shrinivasi

Shrinivási of Shrini, zoals ik hem mag noemen, woont al een poosje weer op Curaçao. Het land dat hem niet vreemd is aangezien hij er jaren woonde en als leerkracht werkte. En zoals velen uit deze regio doen, heeft hij in verschillende delen van het koninkrijk geleefd. Nederland, Curacao en natuurlijk zijn geliefde Suriname.
Ik leerde Shrini kennen tijdens de eerste editie van de Literaire Tippelzone. Ergens in 2008, geloof ik, dat het was. We maakten met een paar auteurs Pietermaai Smal onveilig door er in een steeg gedichten, verhalen en korte literaire voorstellingen op voorbijgangers af te vuren. Shrini was er ook en ik ontmoette een man die eruit zag zoals ik me altijd had voorgesteld dat een echte dichter er uit zou zien.
Een bedaarde oudere man met een alpinopetje op. Een grijs baardje, een zeer bedachtzame wijze van spreken in prachtig Nederlands. Broos en lief met onder die romantisch dichterlijke oogopslag een messcherp observatievermogen. Ik viel als een blok voor hem. En ik denk hij ook voor mij.
In Shrini trof ik een rijpe rijkdom aan woorden en kleur. De wereld liet hij me op een nieuwe manier proeven. Subtiele cultuurmelanges, krachtig weergegeven, hun schoonheid pakkend. ‘To the point, that is the point.’ Suriname, Nederland, Curacao en ja zelfs India samengebracht in de oneindige bron van observaties die Shrini is.
En ik ben bevoorrecht, ik heb hem van heel dichtbij aan het werk mogen zien, heb naast hem gezeten, aanvankelijk alleen maar om zijn woorden van de bundel Hecht&Sterk aan het digitale tijdperk toe te vertrouwen. En ik was niet alleen bevoorrecht door de woorden die van andere tijdperken en talen naar me toestroomden. Nee er was meer. Shrini leerde me de waarde van een enkel woord en hoe het een gedicht maken of verpesten kan. Hij liet me betekenis zien van geduldig zijn, van erop vertrouwen dat als het juiste woord er nu nog niet was, het zich als vanzelf wel aandienen zou. ‘Rijpen, gedichten moeten rijpen en op het juiste moment worden geplukt, net als de mango. Hoewel je die ook groen kunt eten, maar dan wordt het een ander gerecht’ Ik leerde nog kritischer kijken en beargumenteren waarom iets wel of niet beter was. In de wereld van Shrini is het rijk toeven, voor een beginnend schrijver zoals ik.
Het geheim van de nuance heeft hij me laten zien. De nuance die scherpe kantjes doet vervagen, die het oordelen voorbij gaat tot alles wat er in de kern niet toe doet is weggevijld en er een steeds zuiverder vorm overblijft. Als het zou kunnen, zou ik bijna zeggen dat Shrini me met het delen van zijn ervaring en wijsheid een flink aantal jaren heeft laten overslaan. En een absoluut feest was het voor mij wanneer ik, heel soms en af en toe, een inzicht naar Shrini brengen kon dat hij bruikbaar vond.
Ik ben dan ook heel blij zijn nieuwste bundel ‘Hecht en Sterk’ nu in druk te zien. Voor mij meer dan een boek met gedichten. Voor mij staat dit boek voor de ervaring Shrini die ik beleven mocht.
Hecht en Sterk is hier. En ik heb me pas onlangs beseft hoe passend deze titel is wanneer ik denk aan wat het ontstaan van deze bundel met ons heeft gedaan. Zoals wij in een betrekkelijk korte tijd tot elkaar verweven zijn geraakt in een liefdevolle vriendschap. Hecht en Sterk zijn nu ook Shrini en ik.
Namaste Shrini, namaste. Ik groet het licht in jou.

Prinsesa Maron

Verrukkelijk blijde geur
van vers hout
opgelicht door de wind
en dat vanwege een cirkelzaag
tandenknarsend
op hoge toon
in copiehout uit Suriname
zijn prelude inluidend
bij de aanbouw van een loopbrug
door East Indians
versterkt met yu Kòrsou
aan het Waaigat
in Punda;

de welkome geur
uit binnenlands hout
van mijn Sranan
voor de maidentrip
typical caribbean van stijl
tezamen uitgevoerd
met materiaal uit
meerdere continenten
en broederlijk met copie
hout ook
uit het hoge noorden van Europa

Ze staat er
bruine prinses
dromend
vol verwachting
op de ignition
startsein
tot
nieuw leven

2009 © Shrinivási

 

 

 

Shrinivási

(Suriname, 1926) wordt wel de ‘dichter van de ontmoeting’ genoemd, omdat hij in zijn werk culturen en mensen samenbrengt. De als Martinus Haridat Lutchman geboren onderwijzer verdiepte zich al jong in zijn Indiase roots. Hij was de eerste dichter die schreef in het Sarnami, de moedertaal van de Hindoestanen in Suriname en Nederland. Hij publiceerde ook enkele gedichten in het Hindi, maar het merendeel van zijn werk is in het Nederlands. Zijn eerste gedichten verschenen in 1952 onder de naam Fernando, maar later koos hij voor de Hindi-naam voor ‘bewoner van Suriname’: Shrinivási. De dichter bezingt in zijn gedichten de multiculturele inwoners, het klimaat en de natuur van zijn vaderland. Sinds zijn debuut Pratiksha (1968) publiceerde Shrinivási diverse poëziebundels en verhalen die opvallen door hun kwaliteit en muzikale en metaforische taalgebruik. Ook werkte hij mee aan diverse bloemlezingen van de Surinaamse literatuur waaronder Diversity is power (2007). Geert Koefoed maakte in 1984 een grote bloemlezing uit het werk van Shrinivási: Een weinig van het andere. In 2007 verhuisde hij terug naar Curaçao waar hij jarenlang werkte als onderwijzer. Shrinivási, nu bijna 86 schrijft nog steeds gedichten. Eind 2012, rond zijn verjaardag op 12 december, is zijn nieuwste bundel ‘Hecht en Sterk’ uitgekomen bij uitgeverij IndeKnipscheer.