verhaal | Angelitos – Engeltjes

De boodschappen worden aangeslagen door een juffrouw met vijf centimeter lange nagels. Felle fuchsia klauwen met gouden hartmotiefjes rond de nagelriemen drukken op cijfertoetsen.

Grace staat in de rij van de snelkassa met een fles ketjap en een bosje siboyo largu*. Ze verwondert zich over de behendigheid van de cassière. Nooit een fout en geen gebroken nagels.

‘Shen diesnuebe florin, mai.’ Het vrouwtje voor Grace moet honderdnegentien gulden betalen. Ze is klein en verschrompeld. Met handen die reuma verraden grijpt ze in haar tas. Een rinkelende plastic zak verschijnt. Guldens, kwartjes en dubbeltjes rollen de toonbank op. Het tellen duurt een eeuwigheid.

‘Zal ik u helpen, mai?’ vraagt de caissière. Het vrouwtje schudt haar hoofd en gaat wat rechter staan. Ze telt het geld drie keer, maar komt steeds een gulden tekort. Gegeneerd kijkt ze opnieuw in haar tas. Een keurig opgevouwen papiertje komt tevoorschijn. Er zitten drie biljetten van honderd in. Even twijfelt ze, maar vouwt het geld toch weer weg. Haar tas staat op de toonbank. Zonder hoop zoekt ze diep onderin, haar hoofd gebogen in toenemende schaamte.

Grace wisselt een blik met de caissière en schuift voorzichtig een gulden over de toonbank naar de tas. De caissière glimlacht, wacht heel even en zegt dan: ‘Kijk mai, hier onder uw tas ligt er nog een.’ Het vrouwtje legt de gulden in de paarse hand en verlaat de supermarkt. Geheel ongeschonden.

*Siboyo largu = bos ui

Bijdrage aan Elders Literair voor Standplaats Curacao

NB: Dit verhaal verscheen eerder in online magazine Cpost, een initiatief van Memento Vivi (Irèn Nooren). Cpost was een online uitgave die elk kwartaal uitkwam in de periode 2006-2012 met als belangrijkste drijfveer: de liefde voor het eiland. Cpost is helaas niet meer online te bekijken.