“Geschiedenis is heel vaak wat er al geweest is. Dingen van vroeger. Dingen die lang geleden gebeurd zijn, dingen die mensen deden en die achteraf – als je ernaar terugkijkt- belangrijk waren. Denk maar aan wat je op school hebt geleerd…”
Roselyn en Omi zitten samen in de tuin onder de Tamarindeboom. In hun praatstoelen. Zoals tegenwoordig elke ochtend bijna. Alleen op zaterdag en zondag niet. Op het tafeltje tussen hen in staan twee glazen met ijskoud water. Het water is zo koud dat ook aan de buitenkant van het glas piepkleine waterdruppeltjes zitten.
Roselyn kauwt op haar pen en denkt na over wat Omi net gezegd heeft. Haar schrift ligt op haar schoot. Zo nu en dan speelt de wind met de bladzijden. School… nee. Over school wil ze nu niet nadenken. Op school ontmoette ze al haar vrienden en vriendinnen. Op school speelde ze trefbal in de pauze. Op school kon ze naar Jason kijken. Jason op wie ze stiekem verliefd is. Wat helemaal niemand weet. En ook nooit zal weten. Niemand. Behalve Jason zelf misschien. Maar alleen als hij ook op haar is.
Maar er is geen school. Voor niemand. Al tijden niet. Roselyn zucht. Ze moet terug naar deze suffe les. Waar ze echt geen zin in heeft. Veel liever schrijft ze verhalen. Die ze dan aan haar beste vriendin Areli laat lezen. Alleen aan Areli. En als ze geluk heeft, vindt Areli wat ze geschreven leuk en dan maakt zij er tekeningen bij. Areli kan namelijk tekenen als de beste. Zo hebben ze samen al heel wat verhalen geschreven en geïllustreerd. Misschien dat er ooit nog een boek van komt. Dat zou het mooiste zijn. Areli… Ze heeft haar nu al zo lang niet gezien. Roselyn moet er bijna van huilen. Niet aan denken… niet aan denken.
Terug naar Omi. Die haar vanochtend lesgeeft. Geschiedenis. Terug naar geschiedenis. Of eigenlijk Mens en Maatschappij. Maar dat weet Omi niet. Het is te lang geleden dat Omi voor de klas stond. Mens en Maatschappij… wat heeft de juf daar de afgelopen maanden ook alweer allemaal over verteld. Roselyn graaft in haar geheugen. Gelukkig vindt ze daar nog wat.
“Omi, bedoelt u dingen als ehm, ehm… de ontdekking van Curaçao, en Simon Bolivar en Luis Brion en de slavenopstand en Tula? Ja, toch Omi? Dat bedoelt u toch?”
“Precies Roselyn. Dat is allemaal geschiedenis. Geschiedenis van ons land. Mensen hebben de gebeurtenissen van die tijd opgeschreven en bewaard. Omdat ze het belangrijk vonden, weten wij er nu nog van. En… worden kinderen op school met deze saaie oude verhalen lastig gevallen tijdens de geschiedenisles…” Omi knipoogt naar haar terwijl ze een slok van haar water neemt. Roselyn kijkt naar de grond. Ze denkt aan de vijf op haar laatste rapport. Voor Mens en Maatschappij natuurlijk. Die kan ze nooit meer ophalen. Zeker nu niet meer. Nu de school verplicht dicht is en alle kinderen thuis ‘naar school’ gaan.
“Maar wat jij nog niet weet, Roselyn…” Omi kijkt Roselyn over haar leesbril aan. “Wat jij nog niet weet, is dat je soms… soms het geluk hebt om ergens middenin te zitten waarvan je gewoon weet dat het geschiedenis zal worden. Grote dingen. Die voor veel mensen van betekenis zijn. En dat jij die geschiedenis als het ware meemaakt op het moment dat die zich afspeelt. En wanneer dat gebeurt…”
“Wat dan Omi?”
“Dan heb je mensen nodig die ….” Omi kijkt Roselyn nog steeds recht aan. Maar zeggen doet ze niks meer. Ze kijkt alleen maar en wacht.
Roselyn kent deze blik. Omi kijkt alleen maar zo wanneer ze wil dat Roselyn zelf met een antwoord komt. En wanneer ze zeker weet dat Roselyn het antwoord weet. En Omi heeft gelijk. Er gebeurt van alles in Roselyns hoofd. Allerlei losse gedachten komen bij elkaar. Gedachten die ineens niet meer zo los zijn maar die een geheel beginnen te vormen. Roselyn denkt aan het corona virus, aan de school die dicht moest, aan het afstand houden, aan thuisblijven, aan quarentaine, aan handen wassen, aan hygiëne, aan de avondklok die geen avondklok is maar de hele dag geldt. Ze denkt aan het ziekenhuis, aan de intensive care, aan koorts, ademhalingsproblemen en de dood… Haar gedachten rijgen zich aan elkaar. En het kwartje valt.
“Dan heb je mensen nodig die… dan heb je mensen nodig die erover schrijven!” Roselyn springt op van haar stoel.
“Omi, u bent geniaal!” schreeuwt ze terwijl ze al rennend koers zet richting huis om haar computer zo snel mogelijk aan te zetten.
Tevreden kijkt Omi haar kleindochter na. Ze strekt haar benen en neemt nog een slok van het koude water.
“Zo,” mompelt ze dan in zichzelf. “Dat is nu wat je noemt een geslaagde les in geschiedenis.”