verhaal | Bientu di Kuaresma

Stomend slaan op hol geslagen golven op de scherpe rotsen kapot. Ze spuiten uiteen in driftige druppels en vallen de vulkaangrond met drieste onverschrokkenheid aan.

Buiten op zee beukt de wind in op de golven en laat ze koprollen, metershoog. Vissersboten lopen haast uit hun roer en moeten vechten om hun koers te behouden. Rukwinden duwen het schuimende water hardhandig naar de kust van koraal. Stomend slaan op hol geslagen golven op de scherpe rotsen kapot. Ze spuiten uiteen in driftige druppels en vallen de vulkaangrond met drieste onverschrokkenheid aan.


Over land jaagt de wind in onstuitbare vlagen. Bomen buigen hun kruinen en worden van oud blad gestript. Zand stuift op, strijkt neer. Wasgoed wappert wild aan de lijn en is in een oogwenk drooggeblazen.

‘Bientu di Kuaresma’ heet deze waaiende woesteling. Lawaaiwind die woorden doet vervliegen, gedachten verstrooit en gesprekken verstomt. En die briesend de boodschap verkondigt van bezinning en reinheid en rust.

Bientu di Kuaresma, ook de wind van de kinderen, die er allang een spel in hebben ontdekt. Flinterdun papier spannen zij op houten geraamtes, lange lijnen kortwieken zij op een rol. Kleine renners stuiven met hoog opgeheven armen over de langste lengte van een veld. Open hemelplekken worden gevuld met kleurrijke creaties die de wind uitdagen voor een dartele dans. De vliegers scheren langs de wolken en stijgen tot het eind van hun klos.

In dit eindeloze spel van geven en nemen waaien ook alle hoofden leeg. Bientu di Kuaresma waait binnen, waait buiten. Net zolang tot hij uitgewaaid is.