Ze werken er, treden er op en komen er samen. Op de eerste verdieping huist Casa Moderna opperhoofd, theatermaker en schrijver Albert Schoobaar met zijn groep Bula Banda. En net om de hoek buiten is de muurschildering Angelito Negro van Garrick Marchena.
Hier moest het gebeuren omdat ik het belangrijk vind dat cultuurinstellingen verbinden en vooral ook de verschillende generaties die met cultuur bezig zijn. En wat is er mooier dan het delen van dit platform in het nu met de toekomst. Ik belde Marlon Reina die ook zakelijk leider is van Bula Banda en bombardeerde hem tot ceremoniemeester. De boeken waren aangekomen op Curacao, er had een recensie in de krant gestaan van Wim Rutgers, Kees Broere wilde me interviewen, spoken worders Ralp Winedt en Robyn Berggraaf konden ook … kortom: het was tijd. Zuslief maakte een uitnodiging. Die ging de deur uit en ik liet los. (Wat lastig was want normaal gesproken ben ik degene die dit soort dingen organiseert…)
Zondag 23 juli had ik vreemde buikpijn en een rare bui waarbij ik van de hak op de tak sprong en ineens enorm onzeker was over mijn nieuwe blauwe jurk. Jeroen Heuvel, de vertegenwoordiger van uitgeverij In de Knipscheer op Curacao nam de twijfelachtige honeurs waar om mijn malle apps (‘Ik ben nervieus’) te beantwoorden en te voorzien van de nodige luchtigheid in mijn bestaan. (Waarvoor ik hem nog steeds zeer dankbaar ben.)
Tot vier uur moest ik met mezelf ‘iets’ en dat werd dus muziek. Ik knalde ‘Songs of Experience’ van U2 keihard aan totdat mijn man suggereerde om eens het genre ‘garage blues’ te onderzoeken. Ik begreep de hint en ben het laatste uur voor vertrek braaf in de hangmat gaan liggen met de woordpuzzel van de dag van de Volkskrant op mijn telefoon om vervolgens mijn smetteloze record van de afgelopen maand aan gort te helpen. En toen was het half vier…
De opzet in Piso Sero was prachtig. Chris A. Peralta – een van de kunstenaars- had zelfs nog een video wallpaper gemaakt en die op een lege muur geprojecteerd. En overal hingen schilderijen. Aan de locatie en opzet zou het niet liggen.
Zuslief kwam aan en zei direct: ‘Je bent nerveus’. Zo irritant dat je in minder dan een seconde door je zus gewogen kan worden en vervolgens meedogenloos gelabeld wordt met de waarheid. Ik onderdrukte de neiging om me er uit te kletsen door glashard te liegen, ik ben tenslotte de oudste, maar gaf een soort van toe. ‘Ik ben niet nerveus, ik ben nervieus.’
En met dat ik het zei, begreep ik ineens waarom ik me zo anders voelde dan bij de boekpresentatie in Nederland. Dit was een thuiswedstrijd. Daarom paste het Papialands (samenvoeging nerveus en nervioso) beter bij de situatie. Overigens erg leuk zo’n realisatie vlak voor het evenement: ik was nu niet alleen nervieus maar kreeg het ook nog eens Spaans benauwd. Ondertussen liep de zaal vol.
De aftrap werd gedaan door Ralph Winedt en Robyn da Bank (Berggraaf). Twee talentvolle woordkunstenaars die uit eigen werk in het Papiamentu, Engels en Nederlands voordroegen. Rake teksten rolden roffelend door de zaal naar het publiek. De toon was gezet.
Kees Broere was er klaar voor en nodigde me uit naast hem op de bank te gaan zitten om het eens te gaan hebben over het boek en wat ertoe geleid had. Over het Blauwe Tomaten zelf konden we het eigenlijk niet hebben zonder veel weg te geven van het verhaal. En dus begon Kees met een leugen die ik hem tijdens ons voorgesprek zelf verteld had. (Ik ben in mijn leven meer dan 18 keer verhuisd en ik heb op 10 verschillende scholen gezeten… in dit voorgesprek had ik het aantal verhuizingen en scholen door elkaar gehaald)
Kees opende met een vraag aan het publiek: ‘Wie heeft er op meer dan 2,3,4,5,6 … enz scholen gezeten?’ Ik realiseerde me wat er gebeurde en kreeg een bang vermoeden. Ik brak in en vertelde Kees dat ik verhuizingen en scholen door elkaar had gehaald. Gelukkig bleek dat ik met 10 scholen nog steeds de absolute recordhouder was. En Kees grapte dat dit gesprek begonnen was met een leugen. Hilariteit in de zaal en een beetje ongemak van mijn en misschien ook zijn kant. Maar we waren begonnen…
De reden van die insteek heeft alles te maken met de oorsprong van mijn schrijversschap. Ik werd al op heel jonge leeftijd door de vele veranderingen observator van het gedrag van mensen. Om zo snel mogelijk te ontdekken wat er van me verwacht werd in de nieuwe wijk of klas. Het was het begin van mijn fascinatie voor mensen en waarom ze doen wat ze doen. Blauwe Tomaten is in die zin een resultaat van deze mensenstudie die ik al mijn leven lang volg. De brug naar de journalistiek is hiermee ook zo geslagen want in dat vak kom je overal als toeschouwer. Het was verrassend om nu eens mijn eigen rode draad van waarom ik doe wat ik doe tegen het licht gehouden te zien.
Na dit gesprek werd het boek gedoopt bij de muurschildering Angelito Negro van Garrick Marchena en volgde de boekverkoop en natuurlijk het signeren.
Het boek werd gedoopt met strandzand waarin wat nieuw is en wat oud is mengt tot een geheel. Koraalsteentjes, schelpengruis en zand spoelen het strand op en liggen er in een subtiele steeds veranderende samenstelling. Voor mij staat dit zand voor een oneindig aantal mogelijkheden. Symbolisch voor de mens en waartoe die in staat is.
Het was een mooie atardi. Ik heb ervan genoten en ben dankbaar voor alle mensen die deze dag met me deelden. Een extra dikke brasa voor Marlon Reina, Kees Broere, Michèle Russel-Capriles, Pien Ackermans (zuslief), Jeroen Heuvel, Pedro de Aldrey en de crew van Piso Sero.
En dan nu op naar de volgende ‘nerviositeit’: Op Curacao zijn de Blauwe Tomaten voorlopig uitverkocht.